Naast de restauratie van het binnenwerk moest de kas zelf ook stevig onder handen genomen worden. Zo werdt deze op verschillende plaatsen weer gestabiliseerd; rond de registerplankjes zijn een aantal hoek-klosjes opnieuw gelijmd. Aan de onderkant van de kast zijn de ontbrekende klossen weer geplaatst. Hiervoor is warme lijm gebruikt in combinatie met (eigen gemaakte) smeedijzers, een methode die bij de bouw van dit instrument ook werd toegepast. Op de kas was beslag gebruikt dat niet in stijl was; hieronder bevonden zich nog de gaten van de orginele exemplaren. Hiervoor is nieuw en passend beslag uitgezocht en aangebracht. Omdat het hout duidelijk verkleurt was moest de oude afwerklaag verwijderd worden. Dit diende heel zorgvuldig te gebeuren om niet het oude patina aan te tasten. Op de plaatsen waar het hout bedekt was door het beslag moest het met een speciaal middel behandeld worden om het zo gelijk te trekken met de omgeving. Daarna is de kas, waar nodig, weer op kleur gebracht en verder afgewerkt met een speciale was. Verder hebben de bakstukken, de plint voor de toetsen en de klavierlat weer hun oorspronkelijke zwarte kleur weer terug gekregen. Zo mocht dit orgel, welke nog nauwelijks functioneerde, toch weer een "nieuw leven" krijgen, dankzij een grondige restauratie en de zorg en waardering van zijn huidige bezitter.
De verbinding aan de onderkant van de kas. De uitsparing is voor de balgsteun.
De donkere plekken in het hout zijn zoveel mogelijk behandeld en bijgewerkt. Het eindresultaat.