Het orgel is klaar. Alles wordt door de orgelmaker nog eens nagelopen en is tevreden. Nu kan het terug naar de eigenaar. De pijpen worden eruit gehaald en goed verpakt, zodat ze niet beschadigen. Als het orgel ingeladen is kan de reis beginnen. Bij de eigenaar krijgen we een warm onthaal. Geen wonder, hij heeft naar de komst van dit kleijnood uitgekeken. Het instrument wordt op zijn plaats gezet en de pijpen verhuizen naar hun eigen plaats op de lade. Alle pijpen worden nog eens zorgvuldig na gelopen, de intonatie, het karakter van de orgelpijpen, worden afgestemd op de ruimte. Hier en daar is nog een kleine correctie nodig. Nu de pijpen nog stemmen en dan kan het instrument overgedragen worden aan de eigenaar. Dan wordt de kamer gevuld met de natuurlijke en verfijnde klanken van het huisorgel. Het straalt waardigheid uit, een sfeer die niet in woorden te vatten is.
Het intoneren van de pijp |
De pijp wordt van boven iets wijder gewreven. De toon wordt hoger. |
De pijp wordt hier van boven iets nauwer gewreven. De toon wordt lager. |
Nog zonder opstand. |
Het eindresultaat staat te pronken in de kamer. |