vrijdag 7 maart 2014

Dat "smaakt" naar meer . . . .

. . .  een ambachtelijk instrument. De speelbeleving en de ontspannen orgelklank die de ruimte vult. Op dit moment bouwt  Rini Wimmenhove vanuit die ambachtelijke traditie een nieuw bureauorgel. Overweegt u de aanschaf van een soortgelijk instrument of valt uw keus op een kistorgel, secretaire of misschien een positief neem dan contact met hem op.

Kijk hier voor het verloop van de bouw.

woensdag 25 april 2012

Weer op zijn eigen plaats

Het orgel is klaar. Alles wordt door de orgelmaker nog eens nagelopen en is tevreden. Nu kan het terug naar de eigenaar. De pijpen worden eruit gehaald en goed verpakt, zodat ze niet beschadigen. Als het orgel ingeladen is kan de reis beginnen. Bij de eigenaar krijgen we een warm onthaal. Geen wonder, hij heeft naar de komst van dit kleijnood uitgekeken. Het instrument wordt op zijn plaats gezet en de pijpen verhuizen naar hun eigen plaats op de lade. Alle pijpen worden nog eens zorgvuldig na gelopen, de intonatie, het karakter van de orgelpijpen, worden afgestemd op de ruimte. Hier en daar is nog een kleine correctie nodig. Nu de pijpen nog stemmen en dan kan het instrument overgedragen worden aan de eigenaar. Dan wordt de kamer gevuld met de natuurlijke en verfijnde klanken van het huisorgel. Het straalt waardigheid uit, een sfeer die niet in woorden te vatten is.

Het intoneren van de pijp
De pijp wordt van boven iets wijder gewreven. De toon wordt hoger.




De pijp wordt hier van boven iets nauwer gewreven. De toon wordt lager.
Nog zonder opstand.
Het eindresultaat staat te pronken in de kamer.

donderdag 8 december 2011

De restauratie van de kas

Naast de restauratie van het binnenwerk moest de kas zelf ook stevig onder handen genomen worden. Zo werdt deze op verschillende plaatsen weer gestabiliseerd; rond de registerplankjes zijn een aantal hoek-klosjes opnieuw gelijmd. Aan de onderkant van de kast zijn de ontbrekende klossen weer geplaatst. Hiervoor is warme lijm gebruikt in combinatie met (eigen gemaakte) smeedijzers, een methode die bij de bouw van dit instrument ook werd toegepast. Op de kas was beslag gebruikt dat niet in stijl was; hieronder bevonden zich nog de gaten van de orginele exemplaren. Hiervoor is nieuw en passend beslag uitgezocht en aangebracht. Omdat het hout duidelijk verkleurt was moest de oude afwerklaag verwijderd worden. Dit diende heel zorgvuldig te gebeuren om niet het oude patina aan te tasten. Op de plaatsen waar het hout bedekt was door het beslag moest het met een speciaal middel behandeld worden om het zo gelijk te trekken met de omgeving. Daarna is de kas, waar nodig, weer op kleur gebracht en verder afgewerkt met een speciale was. Verder hebben de bakstukken, de plint voor de toetsen en de klavierlat weer hun oorspronkelijke zwarte kleur weer terug gekregen. Zo mocht dit orgel, welke nog nauwelijks functioneerde, toch weer een "nieuw leven" krijgen, dankzij een grondige restauratie en de zorg en waardering van zijn huidige bezitter.

De verbinding aan de onderkant van de kas. De uitsparing is voor de balgsteun.

De donkere plekken in het hout zijn zoveel mogelijk behandeld en bijgewerkt.

Het eindresultaat.

zondag 30 oktober 2011

Bladgoud en groene aarde

Na verloop van tijd kwam toch de vraag naar voren of er ook snijwerk in het houten paneeltje boven het klavier zou kunnen. Omdat het bestaande paneeltje stilistisch geen snijwerk toeliet, is er boven het klavier, in de stijl van Hess, een geheel nieuw snijwerk-gedeelte gemaakt. Omdat de kas van het orgel uit eikenhout gemaakt is komen het blad en de vrucht in het snijwerk terug. Naast de trommel zien we de trompet en de barokhobo, instrumenten die we ook bij ander snijwerk van Hess tegenkomen. Het snijwerk is uit heel fijn lindehout gestoken, daarna verguld en met accenten van groene aarde voorzien.
Het originele paneeltje met doek is gerestaureerd en heeft een plaatsje in het meubel gekregen, zodat het authentieke niet verloren gaat.

dinsdag 11 oktober 2011

Het ivoor onder handen

Het klavier van het bureauorgel moest weer voorzien worden van nieuw ivoor-beleg. Als dat op de toetsen gelijmd is volgt een een schaafsessie. Met een fijn schaafje wordt het beleg vlak geschaafd. Daarna wordt het oppervlak met heel fijn schuurpapier geschuurd. Als de toets helemaal vlak en glad is word de toets gepolijst. Het klavier van dit orgel bestaat uit korte eiken toetsen die met perkament als scharnierpunt aan een eindregel zijn gelijmd. De frontons van de toetsen zijn voorzien van een stukje palissanderhout.

zondag 28 augustus 2011

Schitterend, die fluit . . . .

Die uitspraak doet een organist als hij na de restauratie het instrument bespeeld. De Fluit 4' is echt een juweeltje. De houten fluit die in zijn geheel nog van Hess afkomstig is heeft in de bas gedekte pijpen en is in de discant uitgevoerd als een open pijp met stemklepjes van orgelmetaal. Al het houten pijpwerk is van solide kwaliteit. In dit register zijn er wat pijpen die niet goed dicht zijn. Deze pijpen worden helemaal uit elkaar gehaald en weer opnieuw gelijmd met warme lijm. Er zijn wat pijpenvoeten te veel gehavend en deze worden op de draaibank uit vierkant hout nieuw gedraaid. Aan de Viola 8' hoeft relatief weinig te gebeuren. Naast het uitdeuken van pijpen zijn de voeten van de c', cs' en de b' vernieuwd. Voor het overige zijn er, vanwege de stemming, wat pijpen verlengd.
Van de Prestant 2' disc is nog een klein deel afkomstig uit de werkplaats van Hess, de pijpen b', h', a" en cis". De pijpen c' t/m e' en fis' is ook oud pijpwerk. Het overige pijpwerk is in Hess factuur bijgemaakt.

woensdag 20 juli 2011

Doorleefde planken

Ze staan al een tijdje in de werkplaats. Oude eiken planken, waarschijnlijk van een oud ledikant en wie weet hoe lang en waar opgeslagen. Voor het bureauorgel wordt de windvoorziening gereconstrueerd en passend bij het orgel is gekozen voor oud hout. De balg wordt gemaakt op een manier zoals Hess dat ook gedaan zou hebben. Beschreven in "De orgelmaaker" van Jan van Heurn, het boekwerk dat door menig orgelmaker nog steeds wordt geraadpleegd. De beide bladen krijgen "scharnieren" van vlas, een stevige constructie die nergens piept of kraakt. Voor het hechten van de klamp worden gesmede spijkers gebruikt die zelf gemaakt zijn.

De eiken plank wordt op de juiste breedte gezaagd.

De smeedspijkers.


De klep in de balk word gemaakt een een dun plankje hout. Met de hand wordt het in het juiste model geschaafd. Een actie die maar weinig tijd kost.


De nieuwe windvoorzienig wordt met de voet getreden. Het vergt van de bespeler wat gewenning maar het levert een mooiere wind op. Door die natuurlijke toevoer van wind geeft de orgelpijp een meer ontspannen toon. Voor het gemak van de bespeler komt er ook een dempkistje met een windmotor onder het orgel. De organist kan bij het bespelen kiezen voor een getreden wind of niet.